Depressie

Depressie

 

Depressie of een andere stemmingsstoornis

Inleiding

Iedereen maakt wel eens een periode mee waarin het minder goed gaat en de stemming zakt. Om te spreken van een depressief beeld moet deze gedaalde stemming tenminste twee weken aanwezig zijn, gedurende de meeste uren van de dag en de meeste dagen van de week, een duidelijk verminderd functioneren met zich mee brengen en een duidelijk lijden.

Daarbij wordt vaak gezien een verlies van plezier in bijna alles, vermindering van eetlust, slaapproblemen, vermoeidheid, concentratieproblemen, gevoelens van waardeloosheid en terugkerende gedachten aan de dood.

Naast de depressieve stoornis, onderscheidt men de dysthyme stoornis. Dysthymie is het beeld waarbij iemand tenminste twee jaar (kinderen of jongeren tenminste een jaar) een gedaalde of prikkelbare stemming heeft. In het algemeen is de ernst wat minder, hoewel ook hierbij het lijden aanzienlijk kan zijn, mede door de lange duur.

Een depressie ontstaat als het evenwicht tussen draagkracht en draaglast langdurig verstoord is bij mensen die kwetsbaar zijn voor een stemmingsstoornis.

Bij het ontstaan van een depressie spelen bijna altijd meerdere factoren een rol. Vaak zijn er stressoren aan te wijzen in verschillende leefgebieden en in verschillende levensfasen, die gevolgen hebben voor de draagkracht. Het kan daarbij gaan om verlieservaringen, evenals traumatische ervaringen en om niet goed verwerkte frustraties of teleurstellingen. Ook gezinsfactoren van allerlei aard kunnen een oorzakelijke of onderhoudende rol spelen.

Bijkomende diagnoses zoals ADHD, leerstoornissen, ASS en een lichte verstandelijke beperking kunnen stress opleveren, waardoor er bijvoorbeeld eerder ruzies ontstaan of overvraging. Het risico op een depressie is aanmerkelijk verhoogd als er sprake is van een familiaire belasting of een eerdere depressie in de voorgeschiedenis.

Bij een depressieve stoornis op de kinder-en jeugdleeftijd moet rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat in een klein aantal gevallen de depressie een voorloper is van een bipolaire stoornis. Met name bij een familiaire belasting met een bipolaire stoornis is deze kans aanwezig.

In Nederland krijgt bijna 20 procent van de volwassenen ooit in het leven te maken met een depressie. In de periode van één jaar geldt dat voor ongeveer 5 procent. Bij vrouwen komt een depressie bijna twee keer zoveel voor als bij mannen. Ongeveer 1% van de kinderen heeft te maken met een depressieve stoornis (even vaak meisjes als jongens) en 4% van de jongeren (meisjes twee maal zo vaak als jongens).

 

Diagnostiek

Voor de diagnostiek van depressie is een goede inventarisatie van de klachten van belang, waarbij het onder meer gaat om het functioneren in de verschillende omstandigheden van het dagelijks leven. Iemands ontwikkelingsgeschiedenis is hiervoor ook van belang, waarbij gedacht kan worden aan familiare belasting en ‘vroege’ stressoren. Ook dient rekening te worden gehouden met eventuele bijkomende problematiek.

 

Behandeling

Uiteraard start iedere behandeling met psycho-educatie waarbij niet alleen uitleg wordt gegeven over wat een depressie is, maar ook over de hypothese waarom iemand juist in deze omstandigheden een depressie heeft ontwikkeld.

Bij lichtere depressies zijn de adviezen met name gericht op het verminderen van stressoren en het vergroten van de draagkracht. Bij lichte tot matige depressies bestaat de behandeling doorgaans uit cognitieve gedragstherapie, Interpersoonlijke psychotherapie of kortdurende psychodynamische psychotherapie. Bij ernstige depressies verloopt het herstel sneller als daaraan een antidepressivum wordt toegevoegd. Bij heel ernstige depressies wordt begonnen met medicatie en activering en wordt pas later een psychologische behandelvorm daaraan toegevoegd.

Iemands stemming, ook een sombere of prikkelbare stemming, wordt beïnvloed door de activiteiten die ondernomen worden. Als gevolg van een depressie kan iemand erg passief worden. Een eerste stap naar verandering is weer actiever worden en daarmee de stemming proberen te beïnvloeden. Door passende activiteiten te kiezen en bij te houden of de stemming daarbij iets verbetert of verslechtert, kan iemand onderzoeken hoe hij de stemming kan beïnvloeden. Activiteiten waarin iemand goed is en sociale activiteiten hebben vaak een positieve invloed op de stemming.

Het oplossen en aanpakken van problemen is daarnaast een van de vaardigheden die aangeleerd en geoefend kunnen worden, evenals het veranderen van gedachten en het zoeken van ontspanning.

De aanwezigheid van bijkomende problemen zoals angsten, alcohol- en middelenmisbruik, zelfbeschadiging en conflicten in het gezin zijn van grote invloed op het al dan niet slagen van de behandeling en dienen dus meegenomen te worden in het behandelplan ofwel de behandelovereenkomst.

Bij kinderen en jongeren is er daarnaast in principe altijd ouderbegeleiding met als doel leeftijdsadequate steun te bieden en positieve bevestiging.

Als de depressie chronisch is ondanks behandeling of herhaaldelijk terugkeert, is Acceptance and Commitment Therapy (ACT) als behandelmethode een goede mogelijkheid.

Aan het einde van de behandeling wordt doorgaans besproken wat te doen als er sprake zou zijn van een terugval, dat wil zeggen als de stress weer oploopt en de stemming dreigt te dalen.

Een belangenvereniging voor mensen met een depressie is de Depressie Vereniging (Zie: www.depressievereniging.nl)

Tenminste aan het begin en aan het einde van een behandeling wordt een ROM (=Routine Outcome Monitoring) afgenomen om de voortgang van de behandeling zo goed mogelijk in de gaten te houden. Zo nodig kan e-health een onderdeel vormen.

Voor het opstellen van een behandelovereenkomst (BHOV) wordt niet alleen naar de kernsymptomen gekeken maar ook naar bijkomende problematiek, naar de zwakke en sterke kanten van iemand en de draagkracht van de omgeving.

Mogelijke doelen/ resultaten die daarbij voor ogen gesteld kunnen worden, zijn de volgende:

 

BHOV Biologische Psychische Sociale Eventueel Spirituele KJ & Opvoeding
Doelen / Resultaten Het slaappatroon, de eetlust en de concentratie zijn verbeterd, zo nodig met medicatie Is in staat om activiteiten die de stemming verbeteren, zoals bewegen, dagelijks uit te voeren Met betekenisvolle anderen is er meer contact en met anderen minder Nieuwe zin in het leven wordt ervaren door te putten uit Gods liefde Kan positieve bevestiging van het zelfbeeld bieden

 

Aan eventuele genetische belasting is een plek van acceptatie gegeven Helpende gedachten zijn eigen gemaakt

 

Is in staat om eventuele teleurstellingen zo veel mogelijk uit te spreken Van ideaaltypische Bijbelse personen is geleerd hoe met depressie om te gaan Kan steun bieden bij moeilijke situaties zoals goede omgang met andere kinderen, ook op school